Hellegatsplaten

Vanuit onze haven is dit prachtige wandel- en natuurgebied te voet in enkele minuten te bereiken. Het is zeker de moeite waard om er eens een kijkje te nemen.

Samen met de nabij gelegen Ventjagersplaten waren de Hellegatsplaten vroeger een groot intergetijdengebied met behoorlijk grote verschillen tussen eb en vloed. De eb- en vloedstromen waren krachtig en sleten diepe geulen uit. Bij harde wind of storm, in combinatie met op- of afgaand water, waren de Hellegatsplaten voor schippers een gebied met veel gevaren. De naamgeving van de geul, het Hellegat, herinnert aan deze gevaren.
Het gebied zoals het nu is, is in 1987 ontstaan toen door de Philipsdam de afsluiting van het Krammer-Volkerak een feit werd. Al snel ontstond er een gebied dat werd doorsneden met kreken, meertjes en poelen.


Voor de afsluiting van de Krammer-Volkerak was de bodem zout. De platen kwamen alleen bij laag water droog te liggen. Na de afsluiting is het waterpeil vrij constant geworden, waardoor de Hellegatsplaten gedeeltelijk het hele jaar droog kwamen te liggen. Bovendien werd het zoute water na de afsluiting zoet. Het zand in de bodem raakten daardoor al spoedig ontzilt. Voor een deel zijn deze inmiddels met bossen begroeid. De lagere kleiachtige delen zijn nu nog steeds zout en daar groeien specifieke zoutwaterplanten, zoals zeekraal en zeeaster. Dikwijls ligt een strook van deze zoute grond midden in een terrein waar de bodem ontzilt is. Zodoende zijn er plaatsen met zoutwatervegetatie temidden van zoetwatervegetatie. Dat maakt dit natuurgebied zo bijzonder.

Om te voorkomen dat het hele gebied geheel begroeid zou raken met bos, zijn er in 1993 Heckrunderen en Fjordenpaarden geplaatst voor de begrazing. Deze dieren behoeven weinig verzorging en kunnen het hele jaar buiten blijven, waardoor de natuurlijke begrazing het best wordt nagebootst.

De Hellegatsplaten zijn vooral voor vogels een interessant gebied. Bijzondere broedvogelsoorten zijn: bruine kiekendief, blauwborst, kluut, visdief, grauwe gans en zwartkopmeeuw. In 1997 heeft Staatsbosbeheer samen met het Intergemeentelijk Samenwerkingsverband Goeree-Overflakkee (ISGO) en de gemeente Oostflakkee twee vogelobservatiehutten gebouwd met de toepasselijke namen ” de zwartkopmeeuw” en “de kluut”. Deze vogelobservatiehutten zijn bereikbaar via aantrekkelijke wandelpaden. Op het tegenovergelegen gebied de “Ventjagersplaten” (ook gedeeltelijk toegankelijk) staat eveneens een vogelobservatiehut, genaamd “de visarend”.
In 1999 is vlak bij het recreatiestrandje bij Ooltgensplaat een uitzichttoren gebouwd. Vanaf deze toren kan men de Hellegatsplaten helemaal overzien.

(Met dank voor een deel van de bovenstaande tekst aan de Gemeente Oostflakkee)

Naar boven